Bunschoten-Spakenburg, maar ook Curaçao, Marokko en de Molukken. De familie – al of niet aangetrouwd – van de Hilversumse Kato van der Schuyt (1996) is een kleurrijke mix van culturen. Dat bood haar volop inspiratie voor een indrukwekkend afstudeerproject.
Oer-Hollands
En dan te bedenken dat Kato aanvankelijk een beetje jaloers was op haar medestudenten – een Chinese, een half Keniaanse-half Italiaanse en een voormalige vluchteling uit Syrië – vanwege hun, in haar ogen, interessantere culturele achtergronden. “We waren met z’n vieren aan het sparren over mogelijke onderwerpen voor onze afstudeerprojecten en ik kwam moeilijk op gang. Tijdens mijn studie Graphic Design had ik veel interesse in film, fotografie, fashion en ruimtelijk ontwerp. Ik zocht een onderwerp waarin al die thema’s samenkwamen. In het voorbereidend onderzoek met mijn medestudenten werd er veelvuldig gesproken over culturele bagage. Ik mopperde toen nog dat zij makkelijk praten hadden met hun geweldige kleurrijke achtergrond, terwijl ik oer-Hollands ben,” lacht Kato. Blond, blauwe ogen, Nederlandse ouders: daar viel op dat vlak weinig eer te behalen, zo leek. Totdat Kato zich wat meer ging verdiepen in die ‘saaie, oer-Hollandse’ familiegeschiedenis.
Mooie mix
De familie van moeders kant komt oorspronkelijk uit Bunschoten-Spakenburg, wat natuurlijk best interessant is. De andere helft van de (aangetrouwde) familie is een multiculturele mix van vooral Molukkers en Antillianen. Zo is haar eigen partner, Jaimey, half Antilliaans, half Marokkaans, terwijl Daily, de partner van haar zusje Kiki, eveneens Antilliaanse roots heeft. Twee tantes zijn getrouwd met Molukse mannen, waardoor Kato half Molukse nichtjes en een neefje heeft. Een neef van haar moeder, nu weduwnaar, was getrouwd met een Antilliaanse. En als klap op de vuurpijl kreeg Kato tijdens het maken van haar afstudeerproject nóg een nichtje: zus Kiki werd moeder van de kleine Coco, die dus half Antilliaans, half Nederlands is. Hoezo oersaai? “Er is eigenlijk geen groter contrast denkbaar dan tussen de rechtlijnige Spakenburgse kant en die andere kant van mijn familie, die multiculturele mix.”
Klederdracht
Kato besloot deze twee uitersten in beeld te brengen; ze zocht alleen nog naar een goede modus. Ze ontdekte dat een nicht van haar oma, uit Bunschoten-Spakenburg, een van de jongste vrouwen is die nog dagelijks volledig in klederdracht gehuld is. “Ik vind klederdracht heel fascinerend, ook vanuit mijn belangstelling voor mode. Wij kennen klederdracht in Nederland, maar natuurlijk hebben andere culturen eveneens hun traditionele kleding. Het leek me, toen nog, een mooi idee om daar een documentaire over te maken. Over drie verschillende culturen met hun eigen klederdracht.”
Opvallende elementen
Kato besteedde veel tijd aan research naar de drie klederdrachten en dat was, ook vanwege de coronabeperkingen, niet altijd even eenvoudig. Gelukkig kon ze het grote familienetwerk inzetten. Uiteindelijk koos ze uit elke klederdracht het meest opvallende element. De Spakenburgse kraplap, de Molukse tjanela’s (sloffen met omhoog stekende punten) en de Antilliaanse hoofddoek leverden belangrijke inspiratie op voor haar zelfontworpen kostuum. Ook bedacht ze een eigen logo waarmee ze op de werkplaatsen van school de stoffen zelf bedrukte en waarvan ze gespen maakte uit metaal. “Ik studeerde per slot van rekening wel af bij Graphic Design,” lacht Kato. Omdat het lang niet duidelijk was of het afstuderen online zou geschieden, besloot Kato om diverse modellen in het nieuwe familiekostuum te filmen.
Hier vind je meer van en over Kato:
Kato van der Schuyt
Hilversum – 1996
www.studiokato.nl
@familyfolklore