Nog even en de kurken zullen weer knallen. Daar gaan we meteen de fout in, want de kenner weet: een champagnekurk knalt niet. Bovendien wachten we niet op het eind van het jaar. Want champagne knalt altijd. We ontdekten een ‘nieuw’ champagne-huis in het gooi: Perrier-Jouët. Eerst werden we gegrepen door de fles, toen door het liefdesverhaal dat achter het huis blijkt te zitten en uiteindelijk door de smaak!
Perrier-Jouët is ontstaan uit liefde. Uit liefde voor elkaar en uit liefde voor champagne. In het begin van de 19e eeuw werden Pierre-Nicolas-Marie Perrier, afkomstig uit een familie van kurkmakers, en Rose-Adélaide Jouët, dochter van een wijnhandelaar, verliefd op elkaar. Ze zijn gepassioneerde champagneliefhebbers en beschikken samen over veel knowhow. Ze trouwen in 1810 en richten een jaar later, in het legendarische wijnjaar 1811, het Maison Champagne Perrier-Jouët op. “Alles goed en wel, moe chéri”, zal de mooie Adèle wellicht gezegd hebben, “maar mijn naam komt ook op de fles.” Pierre, smoorverliefd en zich bovendien bewust van de kwaliteiten die z’n progressieve bruid meebracht, twijfelde geen moment. Vooruitstrevend, in die tijd. Zoals Perrier-Jouët in de eeuwen die volgden veel vaker een pioniersrol vervulde.
MILLÉSIME
De wijngaarden van Perrier-Jouët lagen, en liggen nog steeds, in de beste ‘cru’s’ in het hart van de Champagnestreek. De 65 hectaren halen op de schaalverdeling van de cru’s een score van 99,2%. Dat betekent dat vrijwel ieder perceel van het Maison als Grands Crus wordt geklasseerd. Door een combinatie van traditie, ’terroir’, knowhow en liefde voor het werk en het product slaagden Pierre en Adèle erin een elegante en verfijnde champagne te maken – een champagne die ook nu nog diezelfde kwaliteiten heeft. Zoon Charles, die in 1854 zijn vader opvolgde, begon met de productie van droge champagne, die later de naam Brut zal krijgen. Hij was bovendien de eerste die een millésime produceerde: een champagne van alleen wijn van druiven uit een bepaald (uitstekend) wijnjaar.
BELLE EPOQUE
Het Maison Perrier-Jouët is nog steeds ‘in de familie’. Ook de tradities zijn al die jaren behouden gebleven, zoals het werken met uitsluitend kleine volumes en een beperkte productie. Vanaf het ontstaan van het huis hebben de zeven ‘Chefs de Cave’ elkaar de geheimen doorgegeven en de historische schatten bewaard. Bijvoorbeeld de mystieke Perrier-Jouët 1825, de oudste millésime sime die nu nog in de Champagnestreek bestaat. Bijzonder is het verhaal van de Japanse witte anemoon; het prachtige handelsmerk van Pierre-Jouët. In 1902 gaf Henri Gallice, de neef en opvolger van de kinderloze Charles, zijn vriend Emile Galle, een van de beroemdste glas- en meubelmakers uit de Art Nouveau-periode, opdracht een magnumfles te decoreren. Het resultaat was prachtig en dit eenmalige ‘masterpiece’ werd bewaard in de kelders van het Huis. En vergeten. Tot ruim zestig jaar later, toen in 1964 marketing director Pierre Ernst (later managing director) en Chef de Cave André Baveret de fles uit het stof haalden. Glaskunstenaar Jean Bigou ontrafelde de ambachtelijke geheimen van Galle en was in staat het origineel exact te kopiëren. De beschilderde flessen zijn nu het parade-paardje van het Huis en worden uitsluitend gebruikt voor de millésime Belle Epoque champagne van Perrier-Jouët.
Classic & Vintage
Classic biedt Grand Brut, Blason Rosé en Blanc de Blancs. Vintage Belle Epoque is er in Brut, Rosé en Blanc de Blancs. Perrier-Jouët wordt in het Gooi uitsluitend verkocht bij Wexxs Wijnen in Blaricum. www.wexxs.nl
