Twee jaar geleden zag ik de documentaire ‘The True Cost’ (Zie hier de trailer). Deze documentaire gaat onder meer over het instorten van Rana Plaza in Bangladesh op 24 april 2013. Door de slechte arbeidsomstandigheden in levensgevaarlijke confectiefabrieken kwamen er 1.134 mensen om het leven.
Ik voelde schaamte over mijn eigen uitpuilende kledingkast en het gemak waarmee ik aanvankelijk aan deze ramp voorbij was gegaan. Ik wilde iets ondernemen, en startte met het doen van research naar de fashion-industrie. Mijn bevindingen waren schokkend. Aan de voorkant (in de winkels en online) is de fashionbranche hip en dynamisch. Aan de achterkant zie je echter de rauwe werkelijkheid van deze sector, die nog steeds slechte arbeidsomstandigheden, onderdrukking en onderbetaling van fabrieksarbeiders tolereert. Maar dat niet alleen: er worden bijvoorbeeld ook kankerverwekkende pesticiden gebruikt om katoenoogsten te manipuleren, en er is sprake van veel milieuvervuiling bij het maken van denim.
Wist jij bijvoorbeeld dat er 7.000 liter water nodig is voor het maken van 1 spijkerbroek?!
Dit water wordt onttrokken aan rivieren en meren, waardoor watertekorten voor de lokale bevolking ontstaan. Door het kleuren van kleding komen vervolgens schadelijke chemische stoffen in het grondwater terecht. Deze chemicaliën zorgen onder meer voor huidproblemen bij de fabrieksarbeiders. Je jeans is dus heel erg schadelijk voor mens en milieu. In de westerse wereld wordt ons koopgedrag gestimuleerd en neemt het zelfs vormen aan die aan verslaving doen denken. In onze consumptiemaatschappij is kleding vaak goedkoper dan een broodje.
Als je hier goed over nadenkt, snap je natuurlijk dat het niet klopt. Ergens betaalt iemand hiervoor de prijs. Het kan anders, en ik wil daar graag aan bijdragen. Niet alleen door zelf kritischer te kijken naar wat en hoeveel ik koop, maar vooral ook door erover te spreken en schrijven op m’n blog en andere social media, en daarbij anderen te inspireren hun kledingkast duurzamer te maken. En geloof me, dat hoeft niet stoffig te zijn.
Een paar tips deel ik hier graag met je:
Kleding Swap: organiseer een swap-party met vriend(inn)en. Neem kleding mee (minimaal vijf stuks) die nog mooi is, maar waaraan je zelf geen plezier meer beleeft. Kijk tussen alle kleding wat je voor leuks mee naar huis wilt nemen en lever wat overblijft in bij de Kringloopwinkel of het Leger des Heils.
Quality is never out of style: liever een of twee mooie tijdloze stukken dan een tas vol Fast Fashion die na twee keer wassen vormloos en vaal is.
Go Vintage: elk Gooisch dorp heeft een of meer vintage (design)stores. Maak daar gebruik van! Je zult versteld staan hoeveel tweedehands design er bij jou om de hoek te vinden is.
Wees kritisch naar Greenwashing van bedrijven. ‘Greenwashing’ staat voor bedrijven die zich ‘groener ’voordoen dan ze in werkelijkheid zijn. Sommige doen echt wel wat om hun bedrijfsvoering te verbeteren door regels te stellen aan arbeidsomstandigheden of geld beschikbaar te stellen voor designers die verduurzamingsoplossingen aandragen. Maar wat is waar en hoe strikt zijn deze bedrijven in wat ze zeggen? H&M zegt bijvoorbeeld niet samen te werken met fabrieken die aan slavernij doen. Ze voeren deze regels echter niet door tot het begin van het productiekanaal. Dus als er 1 tussenhandel tussen zit die niet aan slavernij doet, die vervolgens wel bij een partij inkoopt die zich daar wel schuldig aan maakt is dat voor H&M als genoeg. En dat is te makkelijk.
Doe onderzoek. Fast fashion-ketens vullen de winkelstraten in grote steden. H&M, Zara, Primark, Scotch & Soda, noem ze allemaal maar op. Je kunt onderzoek doen op de websites van deze ketens wat ze over MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) te melden hebben. Als je niks kunt vinden, is dat meestal geen goed teken. Bedrijven die dit belangrijk vinden stellen zich veelal transparant op (want ze hebben niks te verbergen) waardoor ze op hun website vermelden hoe ze dit in hun bedrijfsfilosofie hebben geïmplementeerd. In de winkels zelf kun je de verkoopmedewerkers ook gerust vragen waar de kleding is gemaakt. ‘In Portugal’ of ‘In Europa’ is als antwoord niet voldoende. De kledinglabels aan de binnenzijde hebben soms fabriekscodes die terug kunnen herleiden in welke specifieke fabriek deze kleding is gemaakt. Een merk dat hier heel goed en zorgvuldig mee omgaat is Massimo Dutti.
#WHOMADEMYCLOTHES. Door deze # op social media te gebruiken samen met een foto van je kledingstuk en een tag op het kledingmerk vraag je het merk wie jouw kleding heeft gemaakt. Bedrijven als het eerder genoemde Massimo Dutti kunnen hierop antwoord geven. Deze hashtag is in het leven geroepen door Fashion Revolution waarmee wij als westerse consument onze dank en waardering willen kunnen uitspreken naar de makers van onze kleding. Als reactie zie je ook wel #Imadeyourclothes vanuit de productielanden.
Laat je stem horen aan de kassa. Als je ervan overtuigd bent dat je niet aan de fast fashion-industrie wilt bijdragen, kun je je stem laten gelden door niet meer bij winkels te kopen die zich hieraan schuldig maken. Er zijn meer dan genoeg alternatieven te vinden in duurzame winkels (Nukuhiva van Floortje Dessing) en duurzame merken en designers.
Kledinghuur. LENA Library en Bij Priester zijn mooie voorbeelden van kledingbibliotheken. Je huurt kleding passend bij de gelegenheid en levert het daarna weer in zodat het niet ongedragen achterin je kast komt te hangen maar iemand anders er ook weer plezier aan kan beleven.
Kies voor merken die zich verbeteren. Als je toch bij de grote ketens wilt blijven kopen, kies dan voor merken die zich verbeteren. Fashion Revolution heeft de Fashion Transparency Index in het leven geroepen waarbij je kunt zien hoe de 100 grootste merken scoren. Deze index is voor het eerst in 2016 gepresenteerd en de meeste merken scoren een onvoldoende, dus houd vooral de vooruitgang in de gaten. Er is tenslotte een hele lange weg te gaan. Je kunt niet verwachten dat deze wereldse problemen binnen korte tijd zijn opgelost. De Fashion Transparency Index wordt jaarlijks bekend gemaakt op 24 april, dat wereldwijd is uitgeroepen tot Fashion Revolution Day. (Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van deze dag in 2013 waarop Rana Plaza instortte).
Vraag je politieke partij wat zij hierin betekenen. Veel politieke partijen hebben dit niet op hun agenda staan. Gewoonweg omdat wij er als consument of kiezers niet om vragen. Door dit wel te doen kunnen we dit op de agenda krijgen zodat de EU kan beslissen wetten en regels op te leggen aan fashion bedrijven die goederen willen leveren binnen de EU. En ook hierbij geldt natuurlijk; er is een lange weg te gaan maar stilzitten is geen optie. En verandering begint bij jezelf.
Kijk ook dit interview met Supervrouwen waarin ik aangeef wat er mis is en toelicht hoe de toekomst van de mode er uit kan komen te zien.
De documentaire ‘The True Cost’ is te zien op Netflix. Kijk, liefst samen met je tienerkinderen, en praat erover met elkaar.
Gaby van Gestel heeft samen met partner Peter Fecken interieur-ontwerpstudio HEMELSby. Hiermee realiseren ze turn-key projecten in de randstad. Daarnaast werkt Gaby als trendconsultant voor multinationals bij trendvertalingen en -implementaties en is ze te boeken voor consultancy, trendboeken, lezingen, workshops en introductiecampagnes. Op gabyvangestel.com schrijft ze over wat haar bezighoudt op lifestyle-gebied.